De kerken van Maastricht.
De Sint-Servaasbasiliek, gebouwd op het graf van de Heilige Servaas, heeft een imposant oostkoor met dwerggalerij en flankerende torens en is ouder en groter dan de Sint-Janskerk. Pal naast de Sint Servaasbasiliek staat de Sint-Janskerk, genoemd naar Johannes de Doper.
De Sint-Jan met zijn machtige 70 m hoge rode toren is gebouwd in de stijl van de Maasgotiek en dateert uit de 14e eeuw. Deze kerktoren is de hoogste toren van Maastricht. In de zomer kan men hem beklimmen, wat absoluut de moeite is.
Het straatje tussen de Sint-Jan en de Sint-Servaas wordt “Het Vagevuur” genoemd en verwijst naar de scheiding tussen katholicisme en protestantisme. De diensten van de protestantse gemeenschap vinden nog steeds plaats in de Sint-Janskerk.
Bijzonder zijn ook de antieke lantaarns rondom de koorpartijen van de Sint-Servaas- en Sint-Janskerk.
Vóór de Sint-Servaas ligt de Militaire Hoofdwacht uit 1736.
Aan de zuidkant van het plein bevinden zich enkele kanunnikenhuizen, waaronder het Spaans Gouvernement.
Aan de noordkant ligt het Generaalshuis uit 1805, een neoclassicistisch stadspaleis gebouwd in opdracht van een rijke koopman uit de Franse tijd.
Midden op het plein staat sinds 1856 een muziekkiosk. De huidige kiosk dateert uit 1980, dus van na de bouw van de ondergrondse parkeergarage.
Het monument met de leeuwen is de perroen. De oorspronkelijke Luikse perroen werd in 1795 door de Fransen gesloopt.
Een perroen is een hardstenen zuil met daarop een rijksappel in de vorm van een pijnappel met een kruis. Perroens zijn te vinden in plaatsen die behoorden tot het vroegere prinsbisdom Luik. Het is een symbool van vrijheid, autonomie en gerechtigheid. In veel steden markeerde de perroen de plaats waar recht werd gesproken. De oorsprong van het symbool is duister en wellicht heidens. De huidige perroen is het werk van Jean Sondeyker en Jean Huysmans en werd op 7 juli 1955 onthuld. Vlakbij de perroen, staat een oude klok.
Op het plein bevindt zich een herinneringsplaquette aan de Old Hickory divisie van het Amerikaanse bevrijdingsleger, een ontwerp van Frans Gast.
Andere kunstwerken op het Vrijthof zijn de fontein “Hawt uuch vas”, eveneens van Frans Gast, en het carnavalsmonument ’t “Zaat Herremenieke”, een ode aan het jaarlijks Maastrichter carnaval en een creatie van de Maastrichtse kunstenaar Han van Wetering.
Ook het oudste café van Maastricht (maar of dat echt waar is, is niet met zekerheid te zeggen) is “Cafe In den Ouden Vogelstruys”,
“De Struys” zoals de Maastrichtenaren zeggen heeft een geschiedenis om u tegen te zeggen. Al in 1309 zat er op de plek van de Struys een horecazaak en sinds 1730 werd er op de gevel een plaket aangebracht met een struisvogel.
De naam De Vogelstruys verwijst naar de reliekhouders in de Sint Servaaskerk, die gemaakt zijn van struisvogeleieren. Ook in het wapen van Sint Servaas staat een struisvogel afgebeeld. Toen was de uitbater van de herberg ook al zo slim dat hij pelgrims naar zijn zaak wist te trekken door de naamkeuze. Maar bij elke verandering van eigenaar, veranderde ook de naam van de herberg. Afwisselend werd het dus “In Den Ouden Vogelstruys” en “In Den Ouden Struysvogel”. In 1902 heette de zaak voor de laatste keer “De Ouden Struysvogel”.
Omdat vandaag In “Den Ouden Vogelstruys” in heel Nederland bekend is, wordt de naam in de toekomst waarschijnlijk niet meer veranderd.
Vanaf het Vrijthof lopen we langs de Bredestraat en Plankstraat terug naar de Maas en het hotel het vertrekpunt van onze wandeling.
Morgen staat er op het programma een wandeling langs de oude vesten. Een volgende keer meer daarover.
Spreuk van de week:
Het verstand legt meer weg af dan het hart, maar het hart gaat verder.